Hieronder worden de technieken & methodes uitgelegd welke ik gebruik van maak.
Hypnotherapie
Hypnotherapie is een vorm van therapie waarbij gebruik wordt gemaakt van trance. De trance welke hierdoor wordt opgeroepen is een toestand van diepe ontspanning en veranderd bewustzijn, waarin er contact gemaakt kan worden met het onbewuste.
Voorbeelden van trance ervaringen voor iedereen:
• Als je in de trein zit en je bent lekker aan het wegdromen. En bij de eindbestemming schrik je ‘wakker’.
• Je rijdt in de auto naar huis met alle herinneringen nog van de dag. Je stuurt, stopt en volgt je weg naar huis maar eenmaal thuis aangekomen kun je je maar weinig herinneren van de hele rit.
Door het toepassen van diverse hypnotherapeutische technieken kan deze trance worden opgewekt. Hierna zorgt de hypnotherapeut ervoor dat je jezelf zover laat gaan in een doelgerichte dagdroom, dat je jezelf losmaakt van je uitwendige omgeving en voorbij ratio en overtuigingen. Daarna word je begeleid terug te komen in het hier en nu en kunnen de ervaringen worden besproken.
NLP
Neuro-linguïstisch programmeren (NLP) is een verzameling van technieken, uitgangspunten en overtuigingen die veel gebruikt wordt voor het bereiken van persoonlijke groei.
NLP ontleend veel aan verschillende reeds bestaande psychologische stromingen en taaltheorieën. Hypnotherapie en gedragstherapie worden hierbij sterk gecombineerd.
Het doel gaat over het ontdekken ‘hoe’ jij de dingen doet die je doet en hoe je (indien ongewenst) deze kunt veranderen. Hoe reageer jij (communicatie en gedrag) op dat wat je waarneemt en hoe zou je dat effectiever of anders kunnen doen!
EMDR
Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie (traumaverwerking) voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van een schokkende ervaring zoals een ongeval, seksueel geweld of een geweldsincident. De herinnering is hier emotioneel beladen geraakt en blijft ‘hangen’.
(Er is steeds meer bewijs dat emotioneel beladen herinneringen en beelden ook een belangrijke rol spelen bij andere klachten zoals chronische pijn, depressie, eetstoornissen, verslavingen en psychose. Om deze reden wordt EMDR bij deze problemen en stoornissen steeds vaker toegepast, meestal als onderdeel van een breder behandelplan).
Klachten die worden ervaren zijn angstwekkende herinneringen die na de schokkende gebeurtenis zich blijven opdringen, flashbacks, nachtmerries, paniekaanvallen, overmatige schrik- en vermijdingsreacties, sombere stemmingen of emotionele uitbarstingen etc..
Gebeurtenissen welke diep ingrijpen in het leven van mensen worden door een groot deel van de getroffenen zelf ‘verwerkt’. Bij sommigen ontwikkelen zich juist psychische klachten. Juist voor deze laatste groep is EMDR bedoeld.
Doel van EMDR
De emotionele lading (+reacties) van de te herinneren beelden te laten verdwijnen. Hierdoor verdwijnen tevens alle klachten welke hiermee zijn verbonden.
Hoe EMDR in zijn werk gaat tijdens een sessie zal uitgebreid worden uitgelegd vóór de behandeling. Mocht je toch vragen erover houden neem gerust contact met mij op.
RET-therapie
Rationeel-emotieve therapie of Rationeel-emotieve gedragstherapie is een vorm van mentale training waarbij zowel het verstand als het gevoel een belangrijke rol spelen. RET is een vorm van cognitieve gedragstherapie (CGT). De grondlegger van de therapie is Albert Ellis (1913-2007).
“Het zijn niet de problemen zelf die het ons zo moeilijk maken, maar de manier waarop we tegen deze problemen aankijken (naar de Griekse wijsgeer Epictetus)”. Volgens Ellis ontstaan problemen vooral door de manier waarop we aankijken tegen de gebeurtenissen die ons overkomen.
Het 5-G’s schema wat wordt gebruikt bij deze training
Het gaat er bij de RET dus om dat mensen een realistischer kijk op zichzelf en hun omgeving krijgen die hen in staat stellen om de door hen gewenste doelen in het leven te bereiken, zoals ‘gelukkig worden’. Aan de hand van het 5G’s-schema van de RET zal ik demonstreren hoe ‘de werkelijkheid’ ontstaat:
1 staat voor activerende Gebeurtenis (feiten);
2 staat voor je cognities, opvattingen, overtuigingen of Gedachten;
3 staat voor Gevoel of emoties.
4 staat voor het Gedrag wat je hierbij laat zien.
5 Het uiteindelijke Gevolg
Voorbeeld 1:
1 Gebeurtenis: Tijdens de ernstige drukte op het werk zie je, net voor het eind van de dag, dat er nog verslagen liggen op het bureau van je collega die weg gewerkt moeten worden. Echter is de collega al naar huis gegaan. Om te zorgen dat het toch nog gedaan werd ging je met tegenzin overwerken tot diep in de avond. En je was al zo moe vanwege de drukte.
2 Gedachten: Dit kan écht niet blijven liggen want die hebben we écht nodig. Als we die niet wegwerken kunnen we niet verder en als ik het niet doe wie doet het dan!
3 Gevoel: Boos…! Op de collega die dit heeft laten liggen en dat ik alles altijd in de gaten moet houden en ik heb het zelf ook al druk. Die collega gaat niet voor het bedrijf en zou meteen ontslagen moeten worden (interpretatie en evaluatie).
4 Gedrag: Mogelijk grensoverschrijdend gedrag die avond met eventueel slecht slapen tot gevolg. En de volgende dag op het werk val je uit tegen je collega want je bent nog razend hierover.
5 Gevolg: Collega terug boos op jou en begrijpt niet waar jij je zo druk over maakt! Bemoei je met je eigen zaken. Ook geeft de collega aan dit aangegeven te hebben bij zijn teamleider! Je gevoel zakt je in de schoenen en je vind jezelf hierin verschrikkelijk.
Voorbeeld 2:
1 Gebeurtenis: Tijdens een bijeenkomst van familieleden om de 80-jarige moeder te verhuizen naar een zorgtehuis doe je een voorstel om eerst de spullen in de woonkamer aan te pakken en dan pas de slaapkamer, omdat je dan meer ruimte beneden hebt om spullen neer te kunnen zetten. De familie negeert je en gaat zonder discussie voor een heel ander plan.
2 Gedachten: ‘Zie je we, ik wordt nooit serieus genomen door mijn familie’ (interpretatie). Ik kan hier niet meer tegen en waarom zit ik nog bij zo’n familie bijeenkomst (evaluatie)!
3 Gevoel: Onzeker & somber.
4 Gedrag: Ik trek mij terug, mijn motivatie om mee te helpen is sterk verminderd.
5 Gevolg: Het wordt een vervelende dag om mee te helpen en mijn familieleden weer te zien.
Mindfulness
Mindfulness betekent: volledig bewust zijn van de huidige ervaring. Je kunt het woord ‘mindfulness’ vertalen met ‘opmerkzaamheid’ of ‘aandachtigheid’ zonder oordeel.
Voorbeelden voor gebruik van mindfulness technieken;
-
Je leert bewust keuzes te maken in plaats van automatisch te reageren.
-
Je leert stress(-signalen) beter op te merken in jezelf waardoor je eerder kan handelen.
-
Je leert hoe je anders om kan gaan met gedachtepatronen die niet behulpzaam zijn. Zo ontstaat een hogere mate van bewustwording en kun je beter je grenzen bewaken of assertief gedrag vertonen (= voor jezelf opkomen).
-
Je leert na bepaalde gebeurtenissen anders te waarnemen waardoor je rust in je eigen hoofd en emoties kan creëren.
-
Je leert je bewustzijn te richten waardoor je pijn, irritatie en angsten kunt dempen.
-
Je leert prikkels van buitenaf te laten gaan zoals ze zijn. Zie het als een snelweg waar naar je kijkt maar niet ingaat op elk voertuig wat er dan voorbij komt.
Kortom mindfulness-training is gebaseerd op te laten zijn wat is. Je kunt hier dan anders naar leren kijken en op zijn beurt anders mee leren omgaan.
De Myers-Briggs Type Indicator (MBTI)
Carl Gustav Jung had een psychologische theorie opgezet waarin het brein op twee verschillende manieren werkt: een rationele (beoordelende) werking – Thinking of Feeling – en een irrationele (beschouwende) – Sensing of Intuition. Volgens Jung worden deze beide functies vervolgens geuit op twee verschillende manieren. Namelijk een Introverte of een Extraverte manier. Op deze theorie zijn Briggs en Myers vervolgens verder gegaan.
De Myers-Briggs theorie heeft deze uitgebreid en onderverdeeld in vier paren van twee tegenovergestelden. Uit de vier paren van tegenovergestelden kunnen 16 verschillende persoonlijkheden ontstaan, op basis van de combinatie van vier resultaten.
Hiervoor heeft Myers-Briggs een vragenlijst ontwikkeld om zichtbaar te maken wat de vier kenmerken van je persoonlijkheidstype zijn. Het gaat hierbij niet om goede of foute antwoorden. Het gaat namelijk om je voorkeur.
De mogelijkheden van de 4 kenmerken (beknopt)
-
Extraversie of introversie: Ben je vooral gericht op de buitenwereld of op je eigen gedachtewereld?
-
Observatie (Sensing) of intuïtie (iNtuition): Heb je vooral interesse in de feiten (realist) of ben je vooral geboeid door wat mogelijk is (vernieuwer)?
-
T/F: Denken (Thinking) of voelen (Feeling): Maak je beslissingen op basis van logisch, objectief redeneren of op basis van persoonlijke emoties en idealen?
-
J/P: Oordelen (Judging) of waarneming (Perceiving): Leef je het liefst gestructureerd en georganiseerd of juist spontaan en flexibel?
Deze kenmerken staan uitgebreid beschreven en bepaalde combinaties zorgen voor een verzwakking of versterking van kenmerken in bepaalde situaties.
Waar kan het instrument hulp voor bieden?
Persoonlijke ontwikkeling
Welk soort beroep of welke soort taken passen goed bij je? Wat is jouw ideale werkomgeving? Wat is jouw favoriete leerstijl of werkwijze?
Teamvorming en taakverdeling
Door een beter begrip van elkaars voorkeuren kunnen jij en je teamleden elkaar beter aanvullen en ondersteunen. Bij de samenstelling van teams kan er rekening worden gehouden met de persoonlijkheden. Teams kunnen worden samengesteld met verschillende typen en taken. Het is bijvoorbeeld niet productief om teveel denkers en te weinig doeners te hebben in een team dat dingen gedaan moet krijgen.
Communicatie en conflicthantering
Als je van elkaar weet welk persoonlijkheidstype je hebt, wordt er veel duidelijk over de oorzaak van onderlinge wrijvingen. En dan kun je deze proberen weg te nemen.